Catalogus

Jelmer Konjo

Hier zit je dan, helemaal zelfstandig in je eigen studio! Wat maakt nu dat jij hier wel zit en andere voormalige kunstacademiestudenten niet?
Ik ben al heel vroeg begonnen om showtjes te regelen. Dat kwam omdat ik al goed wist wat ik interessant vond. Ik had ook al stage gelopen bij galeries en had goed zicht op hoe het wereldje in elkaar zit. Dat ondernemende heb ik nog steeds. Voor mij is dat een belangrijk onderdeel van mijn leven als kunstenaar. Als je verkoopbaar werk maakt zoals ik, moet je jezelf niet telkens subsidies laten toewerpen. En laten we eerlijk zijn, zo romantisch is het leven van een kunstenaar niet, hoor. Het is niet alsof ik hier zit te schilderen met een kaarslichtje en een fles rode wijn.
Wilde je als kind al graag kunstenaar worden?
Nee, totaal niet. Ik was altijd buiten, lekker aan het rauzen. Dat is het voordeel als je net als ik in Poortugaal opgroeide - een plek met veel bosjes, speeltuintjes en kinderen die je stuk voor stuk kent omdat je allemaal naar dezelfde twee basisscholen gaat. Ik was destijds heel ondeugend en had op school vaak gezeur omdat er dingen op een autoritaire manier werden opgelegd.
Maar was je toen al wel creatief bezig?
Met tekenen had ik heel weinig, totdat ik op mijn dertiende de graffiti inrolde. Je bent met maten dat is natuurlijk sowieso leuk. Daarnaast is het héél spannend om een treintje of metrootje te verven. Het is ook heel goed voor je ego. ‘Oh, heb jij dat gemaakt?’, vragen andere graffiti artists dan. Maar uiteindelijk koop je er niks voor. Je slooft je uit voor een kleine groep insiders en daar blijft het bij. Graffiti is ook best wel egoïstisch. Alsof je tegen de wereld zegt, ‘ik ga dit doen en jullie moeten er allemaal naar kijken’. Maar het heeft ook een positieve kant. Voor veel tieners is graffiti veel leuker en toegankelijker dan een museum. Als het creatieve vlammetje zo gaat branden, dan is het toch prima?
Gebeurde dat bij jou ook zo?
Ik besloot om naar het grafisch lyceum te gaan, voornamelijk omdat al mijn vrienden daar al op zaten. Lekker blowen op school, veel vrijheid…ik dacht, dat ga ik doen! Pas toen ik in het tweede jaar ging schilderen, realiseerde me dat ik nooit meer wat anders wilde doen. Ik leerde ook mensen kennen die al verder waren dan ik. Terwijl ik nog naar de Action moest voor verf en doeken, werkten zij met echte materialen en hadden ze vaak ook al een studio. Zie je nou wel, dacht ik dan, het kan wel!
Ik zie een duidelijke link tussen graffiti en het werk dat je nu maakt. Heb je ook weleens heel andere dingen geprobeerd?
Ja, maar die vind ik niet zo interessant. Kijk, ik wist al vrij vroeg dat ik niet goed kon tekenen. Maar dat maakt me niet uit. Door humor te gebruiken til ik mijn werk naar een hoger niveau. Mensen kijken dan niet meer naar de techniek die erachter zit. Ze vinden het veel leuker om te denken wat het werk met hun doet. Voor mij is het maken van speels werk ook veel fijner dan heel hard bikkelen op een tekeningetje dat net echt is maar verder niks toevoegt. Petje af als je heel realistisch een bloem kunt tekenen, hoor. Maar die bloem heb ik al gezien. Mijn interesse wek je pas als je iets maakt waarbij mijn hersenen denken, wat is dit nu weer? Dan denk ik er veel langer aan.
Hoe ontwikkelt je werk zich?
De laatste jaren ben ik niet alleen meer een illustrator. Ik maak ook sculpturen en installaties. De basis is wel hetzelfde gebleven. Mijn werk is nog altijd naïef, kleurrijk en genuanceerd. Daarnaast kijk ik graag de relatie tussen kunstwerk en toeschouwer. Ik probeer mensen meer vrijheid en ontdekkingsdrang bij te brengen. Als kind ben je heel ongeremd, maar dan krijg je zo vaak ‘nee’ te horen dat je veel dingen gewoon maar niet meer doet. Maar juist het nemen van dat risicootje is iets waar je veel plezier aan kunt beleven. Aan mijn werk mag je dus gewoon zitten. Sterker nog, ik stimuleer dat. Als afstudeeropdracht maakte ik al een installatie over taboes in musea. Daar mag je nooit iets aanraken als bezoeker. En de luchtvochtigheid en de temperatuur zijn tot twee cijfers achter de komma ingesteld. Maar wat als je nu kunst pas kan ervaren als je daarmee gaat spelen? Met die vraag in het achterhoofd schilderde ik één van mijn schilderijen met verf die pas zichtbaar werd wanneer je er water overheen gooide. Daarmee verras je mensen! Voor de laatste editie van Object Rotterdam maakte ik een serie sculpturen uit losse onderdelen. Die konden bezoekers dan combineren hoe ze dat zelf wilden. Zo’n ervaring heeft toch veel meer waarde dan naar een plaatje op Instagram kijken?
Wat wil je nog bereiken?
Ik kreeg veel opdrachten uit Object Rotterdam, dus ik ga absoluut vaker aan beurzen meedoen. Maar mijn echte stip op de horizon is een speeltuin ontwerpen. Als je kijkt naar de speelobjecten van nu, dan zijn ze niet veel anders dan de wipkip uit de jaren ’80. En dat terwijl je in onze tijd wel moet opboksen tegen iPads en alles wat kinderen daarmee op internet kunnen vinden. Voor hun moet spelen interessanter worden dan wat de digitale wereld te bieden heeft. Hoe mijn ideale speeltuin eruit gaat zien, weet ik nog niet. Helemaal ingekaderd wordt het sowieso niet. Als kind ga je toch veel liever de hort op en naar spannende plekken waar je niet mag komen?

Te leen of te koop

Stacking Circles For Fun
lenen: € 6,90 / maand
Kunstuitleen Online created by Trilobiet